troep - van haver tot gort
- uit zijn duim zuigen
- uit zijn dwaling helpen
- uit zijn eigen mond
- uit zijn fatsoen zijn
- uit zijn humeur zijn
- uit zijn midden
- uit zijn ogen zien
- uit zijn slof schieten
- uit zijn tent lokken
- uit zijn vel springen
- uit-
- uit-en-terna
- uitademen
- uitademing
- uitbaatster
- uitbaggeren
- uitbakenen
- uitbakken
- uitbalanceren
- uitbannen